- Stefan Gärtner
In haar met een Pulitzer Prize bekroonde roman Gilead vertelt Marilynne Robinson over de 76-jarige predikant John Ames. Deze kijkt ergens op het platteland van Iowa terug op zijn leven. Hij besluit een lange brief aan zijn zeven jaar oude zoon te schrijven. Er is een gedachte die daarin herhaaldelijk terugkomt: het is voor Ames en ook voor zijn buren het ergste om te moeten constateren dat zij geen bijdrage hebben geleverd aan de community. Sterven zonder van betekenis te zijn geweest voor het algemeen welzijn lijkt hen heel zwaar.
Er komen ook andere geluiden uit de VS. Ik heb het over de Qualified-Self-beweging die haar oorsprong heeft in de Silicon Valley in Californië. Hier gaat het erom zichzelf te optimaliseren. Menselijke perfectie wordt nagestreefd onder gebruikmaking van de zegeningen van de digitale wereld. Kleine sensoren op je lichaam zijn verbonden met de computer. Ze houden precies bij hoeveel je bent gelopen, of je goed hebt geslapen en voldoende hebt gesport. Statistieken en visualisaties laten zien op welke momenten van de dag je het beste hebt kunnen presteren. De smartphone herinnert de gebruiker eraan dat hij of zij tijd neemt voor bijvoorbeeld het dagelijkse lesje Japans of dat hij of zij in het weekeinde even de ouders belt. Op websites als Daytum leggen mensen in een digitaal dagboek rekenschap af over zichzelf. Alles verloopt volgens plan en volgt een regelmaat waardoor hun tijd optimaal gebruikt kan worden.
In beide grammatica’s van het goede leven gaat het om sociale controle. In de gemeenschap van Ames blijkt het lastig te zijn om anders te doen dan alle anderen. Afwijkend gedrag wordt gesanctioneerd met sociale uitsluiting. In de digitale wereld laat iemand vrijwillig aan anderen zien wat hij of zij gepresteerd heeft en wat de momentele staat is van bezit, gezondheid of plezier. Zo kan iedereen de ander de maat nemen. In beide gevallen heerst sociale druk maar deze verschilt. In Iowa is de druk in de leefwereld aan te wijzen, in Californië is hij geïnternaliseerd.
Een ander verschil tussen de predikant Ames en de verkondigers van de Qualified Self is hun focus. In Iowa is iedereen gericht op de gemeenschap, in Californië vooral op zichzelf. Hier gaat het met de woorden van de socioloog Ulrich Bröckling om mensen als ondernemers van hun eigen existentie. De doelstelling van hun onderneming is louter en alleen de optimalisering van het zelf. De individualisering viert hoogtij.
Even terug in de tijd. Maarten Luther, een grondlegger van de Reformatie, had door dat mensen maar weinig alleen kunnen doen. We zijn geen eencellige organismes maar verbonden met elkaar en met God. We kunnen maar vooral moeten niet alles louter uit onszelf halen. Dat is een verlichting van de opgave om zichzelf te optimaliseren. Te meer daar dit doel nooit te bereiken valt: het kan altijd beter, gezonder, sneller, slimmer, sterker. Elk vervuld verlangen schept een nieuwe leegte. Maar juist zo besef je dat je gewoon mag ontvangen. Niet de eigen prestaties leiden tot geluk maar sola gratia. Voor Luther heerste geen dwang tot zelfontplooiing omdat iedereen aangewezen is op de goddelijke genade. Hij wist dat menselijke perfectie niet bestaat. Er blijven altijd gemiste doelen en voorgoed verloren kansen als we ons leven tot een succes proberen te maken.
Luther zou zich vandaag de dag in Iowa meer thuis voelen dan in Californië.
Foto: Foto-illustratie door Matt Dorfman voor Vanity Fair (gepubliceerd met toestemming van Matt Dorfman).