- Theo van Willigenburg
De 31-jarige Cheikh Bah is een asielzoekers uit Guinee die tot voor kort gevangen zat in het detentiecentrum van Rotterdam. Bah kwam in het nieuws nadat hij in zijn cel door gemaskerde mannen tegen de grond was gewerkt, dubbel geboeid en hardhandig was afgevoerd naar een isoleercel. Volgens hem was hij daarbij geslagen en geschopt, de arts constateerde in ieder geval blauwe plekken op zijn onderrug en zijn armen. Bah was in aanraking gekomen met een zogenaamd Intern Bijstands Team (IBT) dat in gevangenissen optreedt tegen gedetineerden die gewelddadig zijn. De kleding, bewapening en het optreden van zulke teams laten niets aan het toeval over. Uitermate beangstigend voor een Afrikaanse vluchteling, de gewoonste gang van zaken in de wereld van de Penitentiaire Inrichtingen. Waarom werd er een IBT – de meest afschrikwekkende uitdrukking van het geweldsmonopolie van de staat – ingezet tegen een asielzoeker? Bah was al enige tijd in hongerstaking. Met een bewaker die hem eten had gebracht had hij een woordenwisseling gehad, waarbij hij zich agressief zou hebben gedragen. Waaruit bestond die agressie? Bah had nadat de bewaker was verdwenen zijn eigen trui en T-shirt in tweeën gescheurd. Dat is een hele prestatie voor een door honger- en dorststaking verzwakte man, maar geen uiting van agressie naar anderen toe. Toch werd hij bestempeld als gewelddadig en overeenkomstig behandeld. Na een nacht in de isoleercel werd Bah in een geblindeerde bus overgebracht naar de afdeling ‘landelijke afzondering’ van de hyperstrenge gevangenis van Vught.
Waarom bestraft een overheid het geweld dat een gevangen asielzoeker tegen zichzelf gebruikt – hongerstaking, kleding kapot scheuren – alsof deze asielzoeker daarmee een voor anderen uitermate gevaarlijke sujet is geworden? Waarom leidt de hongerstaking ook van andere asielzoekers tot zoveel actie en reactie van de Nederlandse overheid? Waarom reageert de almachtige Chinese overheid met zoveel repressie op zelfverbrandingen van Tibetaanse monniken? Zij straft de familie van de zelfverbrander en treedt genadeloos op tegen omstanders of burgers die aan de zelfverbranding aandacht besteden.
Wanneer een overheid niet zo zou reageren op hongerstakingen en zelfverbrandingen zou de aandacht daarvoor veel minder groot zijn. Juist door de overspannen reactie van de autoriteiten blijft het de aandacht trekken in de media, worden persoonlijke verhalen van wanhopigen opgetekend en de arrogantie van de macht gehekeld. Waarom die contraproductieve, getergde reactie van overheden hier en elders?
Staatsmacht berust op een idee van soevereiniteit van een vorst of van ‘het volk’ via zijn parlement. Die soevereiniteit kent de staat een bijna ongekende macht toe; meer in het bijzonder heeft de staat het monopolie over leven van haar onderdanen. Dat is ook de reden waarom in landen waar de doodstraf geldt, de staat er alles aan doet om te voorkomen dat een terdoodveroordeelde zichzelf het leven beneemt: alleen de staat mag immers iemand doden!
De macht van de staat wordt alleen beperkt door het recht, maar dat recht wordt uiteindelijk ook vormgegeven door de soeverein, of die nu de gestalte aanneemt van een dictator of van een democratische meerderheid. Zelfs Europese mensenrechtenverdragen kunnen door een staat worden opgezegd, – iets waarvoor diverse conservatieve stemmen momenteel pleiten.
De beperkte invloed van het recht wordt het duidelijkst wanneer de staat zijn wil afdwingt door een steeds absurdere wettelijke legitimatie van het eigen beleid. De wijze waarop de Nederlandse asielwetgeving is dichtgetimmerd met talloze bepalingen waaraan vrijwel geen asielzoeker zich nog kan houden (als hij al op de hoogte is van de wetgeving!), doet denken aan de manier waarop de Israëlische regering duizenden wetten en verordeningen heeft verzonnen om zijn optreden in de bezette gebieden rechtsgeldigheid te verlenen. Onder een mom van legitimiteit wordt slechts één boodschap gebracht: Wegwezen! Jullie horen hier niet!
De willekeur van eindeloos veel wetten en bepalingen leidt tot een vorm van repressie die zich niet meer laat onderscheiden van vormen van wetteloze dwang. Principieel is er geen onderscheid tussen de door een onontwarbaar geheel aan wettelijke regelingen georganiseerde verbanning en de pure, wetteloze ban.De ambtenaren van de staat zijn zich hier zeer van bewust en reageren dan ook als door een horzel gestoken wanneer juist op dit punt het gezag van de staat in twijfel wordt getrokken. Dat doet de hongerstaker alleen maar door zich de beschikking over zijn leven zelf toe te eigenen, door het geweldsmonopolie van de staat op één cruciaal punt te breken. De hongerstaker pleegt geweld tegen zichzelf, hij betwist openlijk het recht van de staat op zijn bestaan. Hij doet niet meer mee, hij maakt er zelf een einde aan. En uitgerekend dat protest is onverdraaglijk en roept bij overheden de meest extreme reacties op. De Nederlandse regering wil hongerstakers gedwongen laten voeden door een arts en legitimeert dit door te wijzen op haar ‘zorgplicht’ voor mensen in detentiecentra. De Chinese overheid bestraft elke aandacht voor zelfverbranders door te wijzen op haar plicht het leven van haar burgers te beschermen en ‘propaganda’ die mensen er toe brengt zich het leven te benemen te bestrijden. De zelfrechtvaardiging van een getergde overheid krijgt zo bijna religieuze trekken. Vroeger werden zelfmoordenaars in ongewijde grond begraven, omdat ze met hun zondige daad Gods soevereine beschikking over leven en dood hadden getart. Wie geweld tegen zichzelf gebruikt tart het geweldsmonopolie van de staat. Daarom wordt een hongerstaker uit Guinee onverwijld afgevoerd naar een plaats waar de meest agressieve criminelen van Nederland worden vastgehouden.
Foto: Een bewaarder in een penitentiaire inrichting door Ministerie van Justitie (CC BY-NC-ND 2.0)