- Mirjam van Veen
De met veel tamtam aangekondigde canon van de Nederlandse geschiedenis is nu al naar het museum. De vermaledijde canon maakte onderdeel uit van een kortstondige poging Nederlanders enig historisch besef bij te brengen. Het Nationaal Historisch Museum is gesneuveld voordat het er was; de canon heeft het tenminste nog een paar jaar uitgehouden.
Nederlanders en geschiedenis: een moeizaam paar. Ik weet niet wanneer het mis is gegaan (mijn ouders wisten nog wanneer Floris de Vijfde door de edelen werd vermoord) maar de eerste student die geen idee had wie Napoleon was, heb ik al lang geleden ontmoet. Het ergste is dat ze het helemaal niet erg vinden. Met geschiedenis schiet je niets op.
Ondanks prachtige boeken van bijvoorbeeld Geert Mak en Luc Panhuysen zijn Nederlanders van het verleden en hun traditie los. Het collectief geheugen reikt niet verder dan wat rudimentaire kennis over de tweede wereldoorlog, vermeend ijkpunt van goed en kwaad. Nederlanders kennen de dag van gisteren en de dag van vandaag. En zo voeren ze dus ook hun discussies over de eigen nationale identiteit en over nut en noodzaak van Europa.
Geen hond kan aan een buitenlander duidelijk maken wat die nationale identiteit is, of welke normen en waarden van belang zijn. Bij gebrek aan beter houden opinieleiders krampachtig vast aan een vermeend tolerante liberale moraal: gij zult voor het homohuwelijk zijn, en gij zult niet moeilijk doen over euthanasie. Voilà de Nederlandse identiteit. Het debat over Europa is zo mogelijk nog armzaliger en heeft de diepgang van een soepbord. Het gaat over geld.
Nederlanders zijn de verhalen over dictaturen in Zuid-Europa al lang kwijt; de angst van de koude oorlog bestaat niet meer en de val van het ijzeren gordijn is verdwenen uit het collectieve geheugen. Konrad Adenauer, Robert Schuman en Sicco Mansholt kunnen niet in de schaduw staan van Jantje Smit en Robin van Persie. Voor Nederlanders telt slechts het nu, en nu is Europa te duur.
Waar zouden Nederlanders een groot verhaal over wie ze zijn en waar ze naartoe willen ook vandaan moeten halen? Jacques Delors stelde al jaren geleden vast dat het Europa ontbeerde aan een ziel, en Nederland lijkt me te delen in die malaise. Ze hebben het grote boek van hun traditie ergens in de jaren zestig dichtgeslagen en er is maar weinig voor in de plaats gekomen.
Ooit, maar dat is lichtjaren geleden, verschafte religie de Nederlandse samenleving zin en samenhang, maar dat verhaal heeft het meeste van zijn krediet verloren. Nederlanders weten van kerken weinig meer dan dat het vreemde clubjes grijze mensen zijn die ageren tegen het homohuwelijk en euthanasie. En wees eerlijk: wie paus en Reformatorisch Dagblad in de weer ziet, zou het zo maar gaan geloven.
Het verlies van het verleden en het verlies van religie zouden wel eens met elkaar te maken kunnen hebben. Het verleden was door en door religieus en religie leefde van het verleden. Ergens is in de lijn van de traditie een kink in de kabel gekomen. Dat heeft winst opgeleverd en ik profiteer er zelf iedere dag van. Maar er is hier en daar ook wat verloren gegaan: het vermogen een groot verhaal te vertellen, het vermogen om beslissingen op meer te baseren dan op geld alleen.
Foto: International friendly match via Tsutomu Takasu (CC BY 2.0)