Zet detentiecentra op de Nederlandse kaart

  • Eleonora Hof

Als ik op de fiets stap naar het detentiecentrum in Zeist om daar een wake bij te wonen, blijkt dat het nog niet zo makkelijk is om dit detentiecentrum te bereiken. Aangezien de verkeersborden me duidelijk maken dat er over de weg naar het centrum niet gefietst mag worden, vergt het alleen al een klein beetje burgerlijke ongehoorzaamheid om er te komen. Het detentiecentrum bevindt zich dan ook in the middle of nowhere, pal naast een oefenterrein van Defensie waar op grote borden gewaarschuwd wordt voor “levensgevaar”. Zelfs al kijken we door het metershoge hek heen, dan nog is het niet mogelijk om een glimp op te vangen van de plek waar de gevangenen zich bevinden.

Deze detentiecentra zijn welbewust op afgelegen plekken gebouwd, zodat de rest van de Nederlandse bevolking er makkelijk langsheen kan leven. Ik zie hier een paradox: de gewaarwording van ‘dichtbij’ en ‘ver weg’ is tegelijkertijd aanwezig. Enerzijds komt het bestaan van de detentiecentra dichtbij: deze mensenrechtenschendingen vinden plaats in ons midden. Het is niet zo dat deze zaken zich afspelen in een ver buitenland, maar ze vinden plaats in ons eigen land. In dat land dat zichzelf graag zag als een beschaafd land dat een rol heeft te spelen als gidsland inzake morele issues. Aan de andere kant is de daadwerkelijke plaats van de vreemdelingendetentie zo ver mogelijk weggestopt, zodat het als argeloze burger vrij lastig wordt om zomaar geconfronteerd te worden met deze detentiecentra.

Het is dus niet vanzelfsprekend dat de aanwezigheid van centra voor vreemdelingendetentie in Nederland ook automatisch leidt tot een golf van publieke verontwaardiging en protest. Dat kan pas gebeuren als de detentiecentra ook daadwerkelijk op de kaart gezet worden en in het blikveld gebracht worden. Daarom is het van groot belang om deze plaatsen niet uit de publieke ruimte te houden en ze daarmee buiten de normale gang van zaken te plaatsen.

Het vergt dus een creatieve en subversieve manier van denken om de detentiecentra zichtbaar te maken. Zelf ben ik erg geïnspireerd door de mogelijkheid om de route naar de detentiecentra te bewegwijzeren. Eén van de creatievelingen van het netwerk Time to Turn heeft speciale stickers ontworpen waarmee de weg naar “Mensenrechtenschendingen – Kamp Zeist” aangegeven kan worden. Door deze stickers te plakken op lantarenpalen, meterkastjes en wat dan ook maar geschikt is langs de kant van de weg, wordt het detentiecentrum daadwerkelijk op de kaart gezet. Dit is een kleine bijdrage aan het probleem van het niemandsland – een gebied dat welbewust buiten het grote publiek gehouden wordt en waar de normale gang van zaken opgeschort is.

Door deze creatieve bewegwijzering laat de aanwezigheid van detentiecentra letterlijk sporen na in de openbare ruimte. Het hervinden van de publieke ruimte gaat samen met het hervinden van onszelf. We richten onze pijlen naar buiten, naar de publieke ruimte, maar we wijzen ook naar onszelf. Er vindt een perspectiefwisseling plaats. In plaats van te vertrouwen op de overheid die recht uitoefent wordt er eigen verantwoordelijkheid en activisme gevraagd. Deze perspectiefwisseling kan ervaren worden als een verlieservaring. Het is het verlies van de onschuld: het idee te leven in een onschuldig land. Ook is het een verlies van een mythe: de mythe van Nederland als een goed land. Tenslotte is het ook het verlies van de naïviteit: het onder ogen moeten zien van de harde werkelijkheid. Dit gaat gepaard met een omkering van gevoelens: van trots naar schaamte. Een nieuwe manier van kijken naar de werkelijkheid ontstaat. Er komen barsten in het mooie imago van Nederland en langzamerhand komt er ruimte voor een alternatief verhaal over Nederland. Een verhaal waarin immuniteit voor het kwaad geen plaats meer heeft, maar waarin het kwaad hard toeslaat. Niet ver weg. Dichtbij. Hier.

Foto: Eleonora Hof via ikschaammediep.nl.

Tags: