- Theo de Wit
Het Laatste Oordeel, een goddelijk tribunaal, een God der Wrake, de hemel, de hel en het vagevuur: het lijken vandaag noties uit een ver verleden die wij gelukkig achter ons gelaten hebben. Preken over hel en verdoemenis werken vandaag eerder op onze lachspieren dan dat ze nog angst oproepen. We beseffen dat ze zijn uitgewerkt, althans in ons deel van de wereld. Terecht, zo meen ik, maar zijn we ons ook bewust van de prijs van deze ontwikkeling? Juichen wij niet te vroeg? En op welk probleem was dit finale oordeel eigenlijk een antwoord?
Wie terugblikt op de moderne geschiedenis ziet een even spectaculair als verontrustend fenomeen. Vanaf de Franse Revolutie worden er door groepen die zich als de avant-garde van de geschiedenis of als het superieure deel van de mensheid opstellen, andere mensen voor het tribunaal gedaagd. Zij worden ervan beschuldigd dat zij de emancipatie, de bevrijding of de vooruitgang tegenhouden, dat zij een restant uit het verleden zijn, een overleefde klasse of een minderwaardig ras. Deze geschiedenis gaat tot vandaag de dag door, ook in Nederland, waar de ‘moslims’ de laatste tien jaar steeds vaker worden beschouwd als vertegenwoordigers van een achterlijke godsdienst die de triomf van het vrije individu in de weg staat.
Kortom, het lijkt erop dat de God der Wrake die aan het einde der tijden straft en gerechtigheid brengt, is opgevolgd door revolutionaire partijen, klassen, rassen en ‘voorbeeldige’ groepen mensen die de wraak (het rechtzetten van het geleden onrecht) en het laatste oordeel (de definitieve realisering van gerechtigheid, vrijheid en gelijkheid) naar zich toe hebben getrokken. Zij voltrekken dit oordeel hier op aarde op meer of minder drastische wijze – in de eeuw die wij achter ons hebben niet zelden via de toepassing van het standrecht op grote schaal. Dikwijls ging het om seculiere politieke groeperingen die een of andere heilsstaat wilden afdwingen, maar vandaag zijn ook teleurgestelde godsdienstige groepen steeds meer in de greep van het verlangen naar wraak in het hier en nu, zoals de terreurorganisatie Al Qaida laat zien. Deze organisatie is dan ook geen restant uit het verleden maar een hypermoderne wraakinstantie.
De moderne constitutionele democratie beschouwt politieke onenigheid als normaal en ziet dus af van het ideaal van volledige harmonie. Ze kan daarom worden beschouwd als een redelijk antwoord op deze tendens tot ‘tribunalisering’ van groepen mensen die het grote risico vormt van een seculiere wereld en dan ook met regelmaat de kop opsteekt. In een goed functionerende democratische rechtsstaat wordt het finale oordeel immers voortdurend opgeschort. Zo’n democratie berust op de nederige erkenning dat niemand ‘het geheel’ kan overzien en beoordelen: noch iemands hele persoonlijke levensgang, noch de geschiedenis die wij collectief vormgeven. Niemand kent de zin van de geschiedenis, ook een democratische meerderheid niet. Wanneer zij haar wil uitdrukt in een wet, is de overstemde minderheid geenszins verplicht die goed of zelfs maar acceptabel te vinden. Protest binnen de kaders van de rechtsstaat blijft volledig legitiem – de ‘waarheid’ blijft dus altijd van een vraagteken voorzien. Toch biedt ook deze democratie geen oplossing voor het kernprobleem waarop het Laatste Oordeel een antwoord was. Dat probleem is dat het onrecht dat wij elkaar hier en nu aandoen, regelmatig niet wordt rechtgezet en soms in de geschiedenis zelfs triomfen viert.
Tegen deze achtergrond kan men het hedendaags populisme begrijpen, dat de verworvenheid van de moderne democratie weer in de waagschaal stelt en tegelijkertijd als executeur optreedt van de wraakzucht die zich bij sommige mensen heeft opgebouwd. Het verspreidt de boodschap dat de ware leider eenheid en harmonie kan belichamen, dat het kwaad een duidelijk gezicht heeft, en dat er een oplossing bestaat voor onze ergernissen over anderen. Die oplossing bestaat meestal in meer controle, meer veiligheidssystemen en meer straf. In haar recente boek Het Staatshotel, over de hedendaagse gevangenis, constateert criminologe Simone van der Zee dat gevangenissen ‘vergaarbakken voor het menselijk afval dat de samenleving produceert’ zijn geworden. Er is een steeds uitdijende groep mensen met wie wij eenvoudigweg niet meer willen samenleven.
Onze voorouders waren op dit punt voorzichtiger: het geloof in een Laatste Oordeel had als complement dat het onkruid en het koren hier op aarde door elkaar heen groeien, en dat het niet aan ons is de scheiding tussen beide te voltrekken. Zij hielden het zelfs voor mogelijk dat wij het met onze oordelen volledig bij het verkeerde eind hebben, zodat ‘de eersten de laatsten zullen zijn’ en vice versa.
Foto: Het Laatste Oordeel door Michelangelo (Fresco in Sixtijnse kapel in Rome) via Wikipedia.