- Henk Vrielink
In Trouw van 28 juni 2013 pleitte kinderrechter dr. Paul Vlaardingerbroek voor “verplichte anticonceptie bij falende ouders”. Prompt vlogen op internet reacties in het rond waarvan onduidelijk bleef welke vraag zij wilden beantwoorden. Begrijpelijk want het idee van verplichte anticonceptie maakt natuurlijk sterke emoties los rond de autonomie en het privédomein van ouders. Nog lastiger wordt het doordat ook de rechten van de bestaande en zelfs van de nog niet verwekte kinderen in het geding zijn. Ook is er een raakvlak met de rechten en belangen van de omringende samenleving. Hoe dienen deze verschillende belangen gewogen te worden? Welke indicatie kan zo zwaar wegen dat de Kinderbescherming bij de rechter op deze ingrijpende maatregel mag aandringen?
Wie gewend is aan een min of meer veilig bestaan, klinkt het voorstel van deze kinderrechter misschien hard in de oren. Maar hij doelt kennelijk op uitzonderlijke situaties, die belast zijn met een zware multi-problematiek. Het gaat over ouders met een of meer stoornissen, een verstandelijke beperking, een alcohol- of drugsverslaving en neiging tot crimineel gedrag. Dit laatste vaak ook al bij reeds geboren kinderen die wat ouder zijn. De voogd komt over de vloer bij een gezin dat sociaal fors gehandicapt is. Er kunnen zeker goede bedoelingen zijn, maar inzicht, overzicht en gezag ontbreken en alles zit al jaren tegen. Denk aan een alleenstaande moeder van nog geen dertig met zelf een stoornis en een aantal kinderen van wie tweederde ook lijdt aan een stoornis. Alle kinderen hebben een verschillende vader en moeder heeft weer een nieuwe vriend, maar het lukt haar eenvoudig niet zich tegen zwangerschap te beschermen. Een gesprek hierover brengt geen helderheid. Een van de kinderen probeert moeder te helpen en doet alles wat het kan, maar is al even overbelast als haar moeder zelf. Het is onmogelijk om vol te houden dat alleen de autonomie van de moeder aan de orde is. Tegelijkertijd zijn de belangen van de kinderen in het geding. Ook dat van elk kind dat nog niet is verwekt. Dit komt overeen met het bijbelse mensbeeld, dat steeds drie à vier generaties voor ogen heeft. Het is daarom passender om te zien hoe heel dit gezin lijdt aan een schrijnend tekort dan veroordelend te spreken van “falende ouders”. Dit gezin verdient mededogen. Geen zieligverklaring, maar daadwerkelijke ondersteuning die ervoor zorgt dat de ramp niet nog groter wordt voor zowel het gezin als de omringende samenleving.
Waar het debat over deze vraag in de politiek en de media zo’n scherpe angel door krijgt is de associatie met gedwongen sterilisatie. Wat een aantasting zou betekenen van de persoonlijke integriteit en herinnert aan nazipraktijken. Vlaardingerbroek geeft echter nadrukkelijk aan dat het alleen gaat om een voorbehoedmiddel, een tijdelijke maatregel die alle betrokkenen dient. Denk aan het plaatsen van een chip onder de huid waardoor je bijvoorbeeld een jaar niet zwanger kunt worden. “Dan kun je jaarlijks met een team – kinderrechter, arts, ethicus en gezinsvoogd – bekijken of de omstandigheden gewijzigd zijn”, zegt hij. Over dit idee gaat het dus, toe te passen in een uitzonderlijk belaste situatie van mensen die praktische ondersteuning nodig hebben, wil de toekomst niet nog zwaarder belast worden.
Dit idee van een toekomst waarin de opeenvolgende generaties worden gezien in het perspectief van een gezegend bestaan, wordt al ver voor Christus verwoord door de grote profeet Jesaja:
“Ze zullen niet zwoegen voor niets
en geen kinderen baren voor chaos,
nee, een zaad van gezegenden
van de ENE zijn zij
en hun spruiten met hen.”
(Naardense bijbel, Jesaja 65:23)
Zo’n toekomst mag het richtpunt zijn van een menselijke samenleving, die helpt zorgen dat er geen ‘kinderen voor chaos’ worden verwekt en geboren. Een psychiatrisch patiënt gedwongen opnemen is een uiterste mogelijkheid. Een ouder die mishandelt kan tijdelijk uit huis worden geplaatst. Dan is er over deze vraag rond conceptie niet nog eens een principiële of politieke discussie nodig, laat staan nieuwe wet- en regelgeving. Nodig is dat een staat nu eens wijsheid toont door een team van betrokken en kundige mensen de kans te geven hun werk goed te doen. Alles draait om de vraag of de samenleving mede verantwoordelijk wil zijn voor wie zichzelf en hun gezin volstrekt onvoldoende kunnen beschermen. Dit vraagt gevoeligheid voor de nood van de ander en van meerdere generaties tegelijk. Het zou van onverschilligheid getuigen als we onze plichten tegenover het nageslacht lieten verdringen door de rechten van het voorgeslacht.
Foto: Worst Parents Fails-2 door Izatrini (CC BY-SA 2.0).