- Stefan Gärtner
Wat is erger voor Nederlanders: leren van de Duitsers of leren van de Rooms-Katholieke Kerk? Het lijkt een keuze tussen pest en cholera. Wellicht dat de aversie wat betreft de Oosterburen nog het geringste is. De Tweede Wereldoorlog en München 1974 zijn immers lang verleden tijd. Vandaag de dag staan we vastberaden samen om de euro te redden. Welnu, laten we maar beginnen met de Duitsers.
De drang heerst om alles en iedereen samen te voegen. Grootschaligheid belooft goedkoper te zijn. Of het nu gaat om de nieuwe superprovincie in Nederland, het publieke zorgstelsel, het leger of de gemeentelijke voorzieningen. Ook in het bedrijfsleven lijkt het verstandiger om de medewerkers van bijvoorbeeld de externe voorlichting van de diverse afdelingen onder te brengen in één slagvaardige eenheid. Daarbij kan het management bovendien af van een derde van het personeelsbestand. Effectiever en goedkoper dus.
Laat ik daar een Duits voorbeeld tegenoverstellen. Enkele jaren geleden werd bij een hogeschool in Münster eenzelfde type reorganisatie doorgevoerd. Het ging om de huismeesters. De gebouwen van deze hogeschool liggen verdeeld over de hele stad en ze variëren zeer wat betreft hun grootte. Het leek dus alleen maar verstandig om alles over een kam te scheren. De medewerkers werd ‘hun’ gebouw ontnomen en ze werden samengevoegd in een centraal dienstverband. Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van een collega die zich altijd met hand en tand had verzet tegen dit soort reorganisaties, was een welkome bijvangst.
Deze man was onder andere verantwoordelijk voor een paviljoen dat op palen staat. Strenge vorst kruipt regelmatig van onderaan het paviljoen binnen en bedreigt daar de waterleidingen in de muren. Dat wist de oude huismeester. Vandaar dat hij in de weekeinden bij een ongunstige weersvoorspelling even langsliep om de verwarming hoger te zetten, omdat die standaard omlaag was ingesteld – ook wat betreft de energieverzorging moet je immers zuinig zijn.
Lang verhaal kort. Met de reorganisatie van de huismeesterlijke dienst verdween dit verantwoordelijkheidsgevoel. Meteen in de eerste winter was het raak. De leidingen in het paviljoen barstten onder de vorst. Het duurde een klein half jaar voordat het gebouw weer gebruikt kon worden.
Dergelijke voorbeelden zijn er natuurlijk te over, ook in Nederland. De samenvoeging van alles en iedereen belooft besparingen op de korte termijn. De fusieplannen ogen mooi maar uiteindelijk ben je vaak duurder af. Om maar te zwijgen van de betrokkenheid van je medewerkers. Grootschaligheid blijkt averechtse effecten te hebben als mensen worden opgeslokt in een onoverzichtelijke structuur. Alleen wordt naderhand de koppeling met de eerdere reorganisatie vaak niet meer gemaakt.
Duitsland kent ook de vraag of de deelstaten niet beter zouden functioneren wanneer ze worden samengevoegd. Hier is wel een extra probleem: je moet appels met peren fuseren. Er is een deelstaat als Nordrhein-Westfalen – qua grootte en bevolking ongeveer een tweede Nederland. En er is het piepkleine Saarland of steden als Berlijn en Bremen die ook de status hebben van deelstaat. Tot nu toe is geen regering erin geslaagd om van dit mengelmoes iets te maken wat lijkt op de Franse departementen. De overtuiging dat de identiteit van mensen is verbonden met de plek waar ze wonen gaf altijd de doorslag. Een Saarländer wil een Saarländer blijven. Geen fusie dus.
Mijn punt is duidelijk. ‘En de Rooms-Katholieke Kerk dan?’ In haar sociale leer spreekt ze over subsidiariteit, zeg maar de verantwoordelijkheid daar laten waar mensen verstand hebben van een zaak. En het hogere niveau moet de randvoorwaarden creëren opdat zij die verantwoordelijkheid ook echt kunnen nemen. ‘Zo! Dat maakt de kerk in haar interne structuur zelf niet waar.’ Dan toch maar liever leren van de Oosterburen.
Foto: Museum Boijmans van Beuningen - Toren van Babel, Bruegel door Quistnix! (CC-BY-SA-2.0).