- Marco Derks
Afgelopen donderdag besloot Rikko Voorberg een Facebookpagina op te zetten: “Benno L. welkom in onze straat”. Hiermee reageert hij op de volkswoede over de plaatsing van de veroordeelde pedoseksueel in een woonwijk in Leiden. Nadat ik zag hoe ook diverse weldenkende ouders uit mijn netwerk weloverwogen de pagina likeden, besloot ook ik hun voorbeeld te volgen. Net als zij heb ik dat gedaan met een ambivalent gevoel, omdat ook ik alles zou willen doen om mensen te beschermen tegen geweld, zeker als het om kwetsbare mensen gaat, zoals kinderen, en zeker als het om seksueel geweld gaat. Toch – en uiteindelijk zelfs dáárom – verzet ik mij om meerdere redenen tegen deze moderne heksenjacht.
Ten eerste, ik kom op voor de principes van de rechtsstaat. Als iemand zijn straf heeft uitgezeten, dan heeft iemand het recht om opnieuw te beginnen. Dat is cruciaal in ons rechtssysteem en in het christelijke geloof waaruit ik leef. Zonder dat beginsel zou mijn leven en dat van ieder ander mens onmogelijk zijn.
Ten tweede, ik geloof in de waardigheid van de menselijke persoon, óók die van mensen die andere mensen in hun waardigheid hebben beschadigd. Daarmee keur ik seksueel misbruik op geen enkele manier goed, maar ik weiger medemensen als “beesten” te beschouwen en daarmee een vrijbrief te geven aan iedere vorm van vergelding – een dergelijk gebruik van dierlijke metaforen om geweld te sanctioneren laat zelfs zien hoe sommige mensen werkelijk met dieren om menen te mogen gaan.
Ten derde, het lijkt velen in deze heksenjacht niet werkelijk te doen om de bescherming van kinderen, maar om het zaaien van angst en haat. In allerlei vormen van “morele paniek” is het argument dat “Onze Kinderen” beschermd moeten worden de ultieme manier om angst te zaaien tegen een bevolkingsgroep en om een fatsoenlijk gesprek om zeep te helpen – de recente uitspraak van Putin over homoseksuelen die van “Onze Kinderen” af moeten blijven, is daar slechts één van de vele voorbeelden van.
Ten vierde, door toe te geven aan de paniek rond Benno L. wordt het kwaad dat hij heeft aangericht alleen maar erger en worden andere vormen van kindermishandeling verhuld en genegeerd. Benno trok het badgoed van een groot aantal zwakbegaafde meisjes naar beneden en maakte foto’s waar hij zich ’s avonds aan verlustigde. Dat heet ontucht en daar is hij terecht voor gestraft. In de volkswoede heet Benno echter een “kinderverkrachter”. Hierdoor raakt elke verhouding zoek en gaat iedereen vinden dat ouders terecht ernstig bezorgd zijn en kinderen terecht doodsbang. Ondertussen vindt er in Nederland een veel systematischer en grootschaliger vorm van kindermishandeling plaats: de IND sluit nog steeds gevluchte kinderen op in gevangenissen en onderwerpt ze aan urenlange verhoren om te controleren of ze inderdaad zijn wie ze zeggen te zijn. Volgens de kinderombudsman worden de rechten van deze kinderen “in ernstige mate geschonden door een onredelijk beleid”. Over deze kinderen maken politiek en publieke opinie zich minder druk – blijkbaar zijn dat niet “Onze Kinderen”.
Ten vijfde, seksueel misbruik van minderjarigen vindt veelal in de context van het gezin of naaste familie plaats, door mensen die niet onder de medische categorie van “de pedoseksueel” vallen. De constructie van “de pedoseksueel” die er per definitie op uit zou zijn om kinderen te misbruiken is een culturele afleidingsmanoeuvre die “Het Gezin” als (illusoir) heilige en veilige plaats in stand probeert te houden. Ik weiger mee te doen in deze moderne cultus van Het Kind en aan de mensenoffers die daarin zelfs gebracht lijken te moeten worden.
Ten zesde, ik heb de indruk dat “de woonwijk”, waarin de pedoseksueel niet zou mogen wonen, een extensie is van “Het Gezin”: door de toegenomen angst wordt deze private sfeer als het ware ‘uitgebreid’ naar “de woonwijk”. Het verbannen van pedoseksuelen uit “de woonwijk” is een zoveelste vorm van urbane segregatie waar allerlei bevolkingsgroepen het onzichtbare slachtoffer van zijn.
Ten zevende, de kans op recidive wordt verkleind wanneer iemand in een gemeenschap functioneert en goed begeleid wordt. Hier doet zich echter een probleem voor dat we het prisoner’s dilemma noemen: dat komt erop neer dat als iedereen voor optie A zou kiezen, dit voor iedereen de beste situatie op zou leveren, maar dat, als één persoon vervolgens als enige voor optie B zou kiezen, dit voor deze persoon een nóg betere situatie op zou leveren. Toegepast op de vraag of Benno L. in “onze woonwijk” mag wonen: als niemand zich zou verzetten tegen de vestiging van een pedoseksueel in de eigen buurt, dan zou dat het proces van reclassering ten goede komen en zou de kans op recidive stukken kleiner zijn dan wanneer een pedoseksueel nergens terecht kan en in een getto of limbo belandt. Maar als ik als enige geen pedoseksueel in mijn buurt toelaat, levert dat voor mij een nóg betere situatie op. Als iedereen alleen aan zichzelf c.q. aan de eigen kinderen denkt, heeft dit dus een averechts effect. Het is ongelofelijk moeilijk om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Maar het is van het grootste belang voor ons als samenleving.
Foto: Mom & Child door Isobel T (CC BY-NC-ND 2.0)