Humanist Erasmus was een radicale christen

  • Henri Geerts

“Zonder uw steun is het humanisme aan de goden overgeleverd. Het geluid van religies klinkt steeds vaker en steeds harder. Humanisten geloven in de kracht van mensen.” Aldus een spotje van het Humanistisch Verbond. Ik vraag me af: geloven gelovige mensen niet ook in de kracht van mensen? Benoemen gelovige mensen die kracht niet vanuit een ander perspectief?

De naam van Erasmus prijkt op een universiteit, een reeks middelbare scholen, het belangrijkste fondsenprogramma binnen de Europese Unie, de meest prestigieuze prijs van Nederland en een brug. Waar tooit Het huis van Eramus zich mee wanneer ze de naam leent van deze geleerde? Zou de belangrijkste redenen voor de populariteit van Erasmus in ons land kunnen zijn dat hij ruim vijfhonderd jaar dood is? Die grote afstand maakt het eenvoudig de man te voorzien van een reeks deugden die men vandaag de dag graag aan de jeugd wil voorhouden. Bijvoorbeeld dat hij vredelievend is, en in het bijzonder een humanist. Het helpt bovendien dat Erasmus in het Latijn schreef. Wie wil, maar vooral kan, dat tegenwoordig nog lezen? Zijn meest bekende werk De Lof der Zotheid is nog wel in het Nederlands te verkrijgen. Dat boek heeft het stempel gekregen te spotten met religieuze benepenheid en machtsmisbruik. Wie zou zich na de jaren zestig niet graag in het gevolg van zo’n vroege humanist scharen?

Tegenover Erasmus’ opvattingen over vredelievendheid staat de in onze cultuur breed gedragen visie dat godsdiensten potentieel en feitelijk gewelddadig zijn. Dat hoor je in het radiospotje en actuele televisiebeelden uit het Midden-Oosten doen de rest. Daarnaast zijn er legio intellectuelen te vinden met een overzichtelijk beeld van godsdienstigheid. Filosoof Hans Achterhuis wijst erop dat oorsprongsmythen van volken, religies en staten – of het nou gaat om Rome of het oude Griekenland – zeer veel verwijzingen naar geweld bevatten. Voortdurend zijn er vaders die strijden met hun zoons en broers met broers. In de Bijbel vinden we al snel het verhaal van Kain die zijn broer Abel doodslaat. Achterhuis noemt als voorbeeld al die oude maatschappijen waar mensoffers voorkwamen. De strijd tussen geloofsgroepen nu en in het verleden wijst er volgens hem op dat “religie en geweld een gedeeld DNA hebben.” (Trouw 20 juni 2014) Zou Erasmus het met Achterhuis eens zijn geweest?

Waarschijnlijk niet. Op de eerste plaats omdat Erasmus volgens moderne onderzoekers geplaatst moet worden in de lijn van de Moderne Devotie (ondanks zijn afkeer van bepaalde praktijken) – hij ontving zijn onderwijs op scholen van deze beweging en bleef zijn leven lang kiezen voor een buitengewoon deugdzaam idee van het christendom. Om zijn pleidooien om geweld te beperken kracht bij te zetten, hoeft hij nergens te verwijzen naar de grote klassieke Griekse filosofen. Erasmus was in veel van zijn maatschappelijke opvattingen een sterk moraliserende theoloog die zich voortdurend baseert op de Bijbel. Als zogenaamde letterkundig humanist is hij telkens op zoek naar de juiste duiding van de klassieke talen met het oogmerk de Bijbel en een aantal kerkvaders goed te kunnen begrijpen. Heel zijn leven stond ten dienste van de zoektocht naar de kern van het christelijk geloof. Daarmee raakte hij voortdurend in gevecht met iedere vorm van pervertering van het christendom zoals hij dat zag.

Recente interpretaties van De Lof der Zotheid wijzen er op dat ook dit boek (opgedragen aan Thomas More) een religieuze doelstelling heeft: het hekelen van religieuze praktijken, in het bijzonder van een reeks monniken en priesters, gebeurt hoofdstukken lang met het doel een betere, vromere en meer innerlijke geloofshouding van alle gelovigen aan te prijzen. Om die reden, een zuivering van het christendom in zijn tijd, stond hij met zijn opvattingen dichtbij kerkhervormers zoals Luther – totdat hij hun opvattingen zelf weer als een bedreiging voor de eenheid van het christendom ging zien.

In zijn latere polemiek met Luther ging het er bepaald niet zachtzinnig aan toe, maar het bleef bij een heftige uiteenzetting op papier. Als rondtrekkende geleerde wilde Erasmus door gesprekken en onderzoek tot een beter verstaan van het christendom komen, en daarom is academische vrijheid voor zijn leven en werken van levensbelang. Een geletterde beschaving op christelijke grondslag is zowel drijfveer voor als doelstelling van geweldloosheid. Vandaar dat hij onder meer in de polemiek met Luther, maar ook in een reeks geschriften, zoals het handboek van de Christen-strijder en een leerboek voor christelijke vorsten, naar voren treedt als een diepreligieuze auteur die vanuit zijn gelovig zoeken naar waarheid niets opheeft met geweld en onderdrukking. Past zo’n christelijk geleerde nog in een hedendaags denkraam waarin humanisme tegenover religies staat?

Foto: Statue Erasmus Rotterdam 3d door Wim Hoppenbrouwers (CC BY-NC-ND 2.0)

Tags: