- Philip Duba
Meer en meer dringt tot me door dat het bezit van spullen een mens maar afleidt van dat wat er werkelijk toe doet en dat slechts het verlangen naar materie je al tot junkie maakt. Dus thuis weer wat spullen opgedoekt, het wordt leger en helderder in mijn huis. Wat je drie maanden niet gebruikt kan weg. Nou die regel behoeft bijstelling. Het weggegeven luchtbed met pomp van zoon Luc was afgelopen weekeinde nogal nodig en mijn dochter Anouk wilde een week eerder de kogelbarbecue lenen, maar ja, die was weg. Tja, ik ben aan het leren, wat nou?
Ruimte scheppen voor de geest. Om enig inzicht te verkrijgen in de weg die ik wil gaan behoef ik misschien voorbeelden, rolmodellen. Zwervers bezitten behalve een AH-karretje vrijwel niks. Ghandi bezat helemaal niets. Maar ja die woog op het laatst maar 37 kilo en liep alsmaar door dat enorme land. Een beetje monnik bezit een boek, een kandelaar en één of twee pijen – geen voorbeelden waar ik enthousiast van raak. Ik wil wel van een bord eten, naar de radio kunnen luisteren, een auto gebruiken en niet drinken uit een kom gevormd door mijn twee handen. Bah, dan zou ik altijd lauwe koffie moeten drinken.
Maar in het algemeen met minder ballast door het leven, voelt ook nu al als een soortement bevrijding. Ik besloot bij voorbeeld om, bij elk bezoek aan de zolder, naast dat wat ik er moest doen, tekens een (1) daar aanwezig object mee naar beneden te nemen om weg te geven of te gooien. Er is daar in het midden al een plein van leegte ontstaan. Er past nu al een tafeltennistafel tussen. Oh nee, shit, niet aan denken, dan begint ‘t straks van voren af aan. Beginnersfouten. De materie loopt nog iets vooruit op de door mij gedachte bevrijding van de geest. Het is niet meer dan logisch dat daar meer tijd mee gemoeid is, al was het maar omdat de geest ingewikkelder in elkaar zit dan het blote stoffige bestaan van drie overtollige, te grote bloempotten of van een televisie formaat keukenkastje en meer van dat soort spul.
Nog een hele klus evengoed met die treurbuis de smalle zoldertrap af. Goeie God. Ik miste bijna een tree. Dat zwarte gevaarte benam me elk zicht. Het had een haar gescheeld of al mijn zelfreinigende en bevrijdende daden waren overbodig gebleken. Nog minuten later trilden mijn benen en bonkte mijn hartslag tegen mijn ribben. Maar komaan, een beetje ontbering hoort bij de totale onthechting. Het is nu alweer een week later en ik wacht op de eerstvolgende bevrijdende tekenen. Of ben ik daarmee weer een echte Westerling? Een man van mijn leeftijd in India met dezelfde wens heeft er nu al minstens dertig jaar meditatie opzitten en al wat hem duidelijk is geworden is dat hij niets moet willen. Ik heb nog een hele lange weg te gaan. Ik zit nog een beetje op het niveau van instantoplossingen: iets van met je ING-pas de onthechting uit de muur trekken, zeg maar. Maar ik ken geen wanhoop. Men moet voor zoiets vergaands als dit de tijd nemen.
Ik voel al een paar dagen een langzaam aantredende vooraankondiging van de herfst. Dat voel ik toch maar wel. Ik ben op de goeie weg. De herfst. Het seizoen waar ik al tijdens het opkomen van de krokussen naar uitkijk. Eindelijk is het gedaan met die hitte en de overdadig pousserende wildgroei van plant, boom en beest. Nog een paar zachte septemberdagen en daarna kan alle sla wel uit de bomen. Een paar fikse oktoberstormen en rollende regens en het ganse land is weer schoon en leeg. Klinkt bekend, leeg. In huis leeg en buiten leeg? Dan gaat het bereiken van mijn bevrijdend inzicht toch heus ook twee keer zo snel.
Foto: Autumn leaves door Barbara (CC BY-NC-SA 2.0)