Een plaats voor de waanzin?

  • Erwin van de Bunt

Een man loopt op straat en produceert een eindeloze stroom woorden waar je geen touw aan vast kunt knopen: “bliksem bij tonder kringloop water melkweg venter van glascum het wind vandaar atomen een instrument van reigers lijn glas spiraal werelden…” Enigszins verward kijk ik om en vraag ik me af wat deze man allemaal uitkraamt. Ik loop met een grote boog om hem heen. De arme man. Hij zal wel gek zijn.

Een dergelijke ‘gek’ verplaatsen we tegenwoordig vaak het liefst naar de uithoeken van onze maatschappij. We verklaren hem ‘ziek’ en vinden dat hij moet ‘genezen’ van zijn waanzin. Hij spreekt wartaal waar ‘normale’ mensen niets van snappen. Volgens filosoof Wouter Kusters, die zelf ook twee ‘waanzinnige’ periodes heeft meegemaakt, slaan we hiermee echter de plank mis. In zijn nieuwe boek Filosofie van de waanzin (2014) duidt Kusters de waanzin op een heel andere manier dan wij gewend zijn. De wartaal van de waanzinnige komt over als onbegrijpelijk, maar kan een beperkte manier zijn om een bijzondere ervaring uit te drukken. Kusters legt een verbinding met religieuze ervaringen van mensen die in aanraking zijn gekomen met het ‘onzegbare’. Ook zij zoeken naar woorden om te beschrijven wat niet te beschrijven valt. De taal ligt in flarden en wordt zo vervormd dat normale communicatie niet meer mogelijk is. Kusters stelt de waanzinnige gelijk aan de mysticus en omgekeerd.

De waanzinnige mysticus steekt de gemeenschappelijke oever over en verlaat de maatschappelijke wereld om in zijn eigen innerlijke wereld rond te dwalen. Soms zoekt hij bewust deze grenzen op door het mystieke pad te bewandelen, soms treft deze ervaring hem als een blikseminslag. De waanzinnige verliest besef van tijd en ruimte en ontdekt een geheel andere werkelijkheid. Hij ziet dwarsverbanden die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar die voor hem betekenisvol zijn. Zo is een getal op een nummerbord hetzelfde als zijn geboortejaar en daarmee een teken. Wat voor anderen logische verbanden zijn, gelden voor de waanzinnige mysticus als bedacht en gekunsteld en zijn slechts een schijnwerkelijkheid. Iedereen doet maar ‘alsof’ en speelt een rol. Het ordenen van boeken dient te gebeuren op kleur in plaats van een andere rangschikking en de wereld kent vier dimensies in plaats van drie. Al deze associaties behoren tot de realiteit van een waanzinnige. Voor hem hangt alles op mystieke wijze met elkaar samen. Het Ene, het Goede, het Ware, en het Schone zijn letterlijk overal in de wereld te aanschouwen. Aan de waanzinnige mysticus is een wereld geopenbaard die velen van ons niet zien.

Als we Wouter Kusters serieus nemen, dan moeten we naar mijn idee een aantal veronderstellingen loslaten. Binnen de huidige samenleving gaan we er vanuit dat de wereld valt te kennen en dat we deze zo risicoloos mogelijk moeten maken. De waanzin is onkenbaar, bedreigend, verwerpelijk en gevaarlijk en sluiten we daarom op in gesloten afdelingen. We stoppen de waanzinnige mysticus vol met anti-psychotica (volgens Kusters ‘anti-mystica’), zodat hij weer terug kan keren naar de ‘juiste’ zijde van de werkelijkheid. Dat waanzinnigen gemeden worden is begrijpelijk. Soms lijkt er geen andere mogelijkheid voorhanden en dient dit te geschieden vanuit zelfbescherming. Isolatie van de waanzinnigheid is echter niet altijd vanzelfsprekend geweest. Vóór de Verlichting waren waanzinnigen vaak ook nog mystici, orakels en profeten. Maar hoe verder de onttovering van de wereld zich voortzette, hoe verder de waanzinnige vanuit het mystieke terrein in het medische terechtkwam. Wat als wij de waanzinnige mysticus met zijn verlangen om eenheid te bereiken met het Ene nu ten onrechte verstaan als een ziek persoon? Ontnemen wij mensen daarmee niet de mogelijkheid om op eigen wijze de waarheid te aanschouwen?

Erwin van de Bunt is winnaar van gOdschrift Atelier 2014, een schrijfwedstrijd voor jonge denkers.

Foto: Beetlejuice.... door Walter Watzpatzkowski (CC BY 2.0)

Tags: