Doorleef de rouw

  • Henri Geerts

In zijn bijdrage "Misbruik in het theater" bespreekt Kees de Groot het toneelstuk waarin de voormalig priester Remy Jacobs zijn ervaringen als slachtoffer van kerkelijk misbruik op de bühne herleeft en hervertelt in de vorm van een religieus rouwritueel, een pop-up mis. De Groot vraagt zich af of we hier te maken hebben met kunst die ontroert of met een larmoyant opdissen van privé-leed. De beleving van en de betekenisgeving aan een theaterstuk blijkt – net als een ritueel – meerstemmig te kunnen zijn, en tot denken aan te zetten.

Er zijn voortdurend aanleidingen om de kwestie van de betekenisvolheid van (religieuze) rouwrituelen aan de orde te stellen. Denk bijvoorbeeld aan de rituelen na vlucht MH17 waarin collectief vorm werd gegeven aan rouw. Wellicht is er sprake van een opvallende, Nederlandse manier van rouwen die het gevolg is van onze politieke geschiedenis. Maar mogelijk toont juist deze rouw ook waar wij ons bevinden in de secularisatie als bricolageproces. Liturgiehoogleraar Paul Post beziet dit alles met een roze bril. Juist de rituelen bij de terugkeer van de slachtoffers van die vlucht tonen volgens hem aan dat Nederland ritueel competent is! Het uitroepteken na deze zin is dan ook van hem in Brabants Dagblad van 29 juli 2014. Tegelijkertijd blijft zijn bewijsvoering mager. Zo voert hij de rede aan van minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans in de Algemene Vergadering van de VN: een stijlvol betoog, verpakt in perfect Engels, waarin vorm en inhoud een samenspel vormen waar Post buitengewoon tevreden mee is.

Maar in een redevoering zijn vorm en inhoud op een geheel andere manier met elkaar verbonden dan in een ritueel. En over de levensbeschouwelijke inhoud van de rituelen horen we Post niet – alsof hij een late aanhanger is van Frits Staal, voor wie rituelen geen betekenissen hebben… Vanmorgen meldt het radionieuws de stille tocht voor een hond die bij een melding wegens geluidsoverlast op de aangesnelde politieagenten was afgestuurd en die vervolgens werd doodgeschoten. Kan rituele competentie samen gaan met morele decadentie? Laten we wat dat betreft geen illusies hebben. De Duitse Nazi’s waren op het hoogtepunt van hun macht buitengewoon ritueel competent, zoals onder andere in het filmwerk van Leni Riefenstahl waar te nemen valt. Het is daarentegen niet uitgesloten dat de kerkelijke rituelen in de hoogtijdagen van het rijke Roomse leven veel minder de deelnemers levensbeschouwelijk raakten dan de hoge bezoekcijfers aan bijvoorbeeld katholieke eucharistievieringen suggereren. In 1960 ging meer dan 60% van de Nederlandse katholieken wekelijks naar de mis en een deel daarvan bijna dagelijks. De rituele omgang met de slachtoffers van de genoemde rampvlucht leent zich potentieel voor politieke propaganda – de russen zijn schurken. Mijn pleidooi voor een visie die ingaat op de rituele inhoud vereist ook een onderzoek naar de beleving van rituelen – werken ze bijvoorbeeld propagandistisch of niet?

Het gaat me dus om een beoordeling van rituelen waarbij de levensbeschouwelijke inhoud wel degelijk onderzocht en gewaardeerd wordt. Dat betekent dat ook de poëtische en verhalende dimensie aandacht moet krijgen. Waarom? Omdat poëzie en verhalen verschillende betekenislagen aan boren en een meerstemmige beleving mogelijk maken. Op die wijze zouden we moeten zoeken naar meerdere inhoudelijke rituele betekenissen zoals een recensent van poëzie of toneel die idealiter ingaat op die betekenissen (wat voorligt is relevant) in combinatie met de waardering van de vorm (draagt de stijl of het spel de boodschappen of staan ze deze in de weg). Het enige voorbeeld dat ik hiervan ken is een reeks van Stijn Fens in Trouw waarin hij verslag doet van de rituelen die hij wekelijks bijwoont. In de beperkte ruimte die hem ter beschikking stond probeerde hij telkens tot een beoordeling te komen. Vanwege het experimentele karakter van deze recensies bleef hij mogelijk vaak wat aan de buitenkant, meer toeschouwer dan deelnemer.

Waar moeten we rekening mee houden wanneer we na willen denken over de beleving van rituelen als deze zich laten vergelijken met theateropvoeringen? Hoe kunnen we waarnemen vanuit een deelnemersperspectief? Voor een recensent zou het zowel bij rituelen als bij toneel kunnen gaan om het beschrijven van wat lukt, wat aanspreekt en wat aanzet tot reflectie. In beide gevallen gaat het om van te voren vastgelegde uitvoeringen (er is een script), spanningsbogen en verwijzingen naar de wereld buiten de rituele ruimte of het theater. Bovendien staat er bij allebei iets op het spel. Wat op de bühne gebeurt neemt de toeschouwers mee, meer of minder actief, in een verhaal dat hen uitdaagt, troost, met verdriet confronteert of tot inzicht brengt. Beide vormen van opvoeringen bieden een vrijheid om eigen intuïties, ervaringen en herinneringen te doorleven. Die vrijheid kan zowel opwekken als terneer slaan. Toneelstukken die het goed doen intrigeren dikwijls doordat ze tegengestelde emoties, tegengestelde bewegingen van de ziel zoals Aristoteles zei, tot een catharsis brengen. Wat voor het theater geldt lijkt evenzeer aan de orde in een religieus ritueel. Bewegingen van de ziel – de ziel kan reizen terwijl ons lichaam zit of knielt. En allemaal weten we dat een toneelstuk ook aan de buitenkant kan blijven, dat we niet geraakt worden bijvoorbeeld vanwege het geschmier van een acteur. Net zoals een kerkelijke viering onze ziel ook onberoerd kan laten. Maar de bedoeling is dat niet.

Juist bij rouwrituelen waar een beroering bijna niet te vermijden is, improviseren we zowel in de uitvoering als in de beleving omdat we maar een enkele kans hebben. Een rouwritueel moet in één keer goed zijn, want een herhaling is er niet – noch kan het ritueel als zodanig geoefend worden. Tegelijkertijd dringt zich dan op dat zo’n rouwritueel op alle niveaus mensenwerk is, meer of minder geslaagd, meer of minder betekenisvol. Vanwege dit pogen woorden en daden te vinden waar deze in het licht van de dood het meest kwetsbaar zijn, is het rouwritueel dan ook altijd een aanzet tot doorleven omdat het ritueel ons bij uitstek herinnert aan en confronteert met wat menselijk leven is: een voortdurend moeizaam zoeken naar betekenis. Doorleefd is om die reden niet hetzelfde als competent. Verrassend vaak balt een rouwritueel betekenis samen en zegt zo iets over de kracht van leven.

Foto: De politie als afsluiting door Matthijs H (CC BY-NC-SA 2.0)

Tags: