De charmante taal van de ongelijkheid

  • Henri Geerts

Mijn dochter van tien speelt met kevers, wat bladeren en een leeg jampotje in de tuin. Ze laat de diepblauwe kevertjes over haar arm rennen en rechtdoor tot aan haar vingertoppen lopen. Als ik haar vraag wat luxe is, dan zegt ze: “Dit.” Als ik vervolgens vraag wat andere mensen luxe vinden, dan zegt ze: “Paardrijden.” Op welke leeftijd beseffen we wat luxe is? Wanneer doorzien we een onderscheid tussen meer gewone gedragingen en gewone consumptie enerzijds en een luxe levensstijl en luxe goederen anderzijds? Wanneer kunnen we het verschil benoemen tussen alledaagse keverdressuur en luxe paardendressuur? Blijkbaar al heel vroeg. Het gelijktijdig bestaan van luxepaarden en rennende kevers blijkt al snel net zo vanzelfsprekend.

Dit essay gaat over de troost van de sociologie en over termen die je nooit hoort van het Nibud: laafzucht en brasdrang. Als het waar is dat alle culturele gedragingen van anderen worden overgenomen, dan geldt dat in het bijzonder voor onze begeerte voor wat een ander heeft. Dat wat wij de moeite waard vinden, leren we zien door anderen. Wie een luxe levensstijl voert, heeft een boodschap voor de wereld: zie hoe goed ik het heb, zie hoeveel redenen ik heb om tevreden te zijn, zie vooral dat ik over een goede smaak beschik. En in het bijzonder: doe als ik. Waarnemers van die levensstijl willen hetzelfde en hebben een ambitie, of zelfs een drift om zich hetzelfde toe te eigenen. Wie niet in staat is om op vergelijkbare wijze te leven – hem of haar dreigt jaloezie of ontevredenheid.

De reclame die de fabrikant maakt voor goederen die bestemd zijn voor alledaags gebruik heeft het karakter van productvoorlichting. Luxegoederen en vooral luxemerken vereisen een geheel andere aanpak. De communicatie is niet gericht op directe handel, maar op het laten dromen van mensen, om hun ambities te vergroten, om hen te laten deelnemen aan een wereld die zoveel rijker en betekenisvoller is en die bewoond wordt door een meer esthetische elite. Ook al zo’n Frans woord dat past in het domein van het denken over luxe.

Luxe en gelijkheid gaan niet samen. Waarschijnlijk gaat luxe ook niet samen met solidariteit. Om de simpele reden dat luxe bestaat bij de gratie van klassenverschillen. In dit perspectief vormt luxe een voor bijna iedereen verstaanbare en aantrekkelijke communicatie over de gelaagdheid van de maatschappij in sociaaleconomische treden. Luxe is het kenmerk bij uitstek van de zinnelijke en materiële boodschappen die de maatschappelijke laag uitzendt die hoger is dan de mijne. Wat ik als luxe beschouw, bestaat bij de gratie van degenen die er niet vanzelfsprekend mee omgaan omdat het niet hoort bij het ‘normale bezit en gedrag’ van de eigen sociale laag. Luxe blijft daarmee uitzonderlijk en past niet, in ieder geval niet dagelijks, bij een eigen sociaal-economische omgeving. Omgekeerd geldt: wie sociaal daalt, ontwikkelt een gevoeligheid voor dat wat hem of haar ontvalt, voor wat niet meer ‘gewoon’ is en dus luxe wordt. Zoals het aangekondigde einde van de paardrijlessen van mijn dochter.

Honderd jaar geleden schreef Werner Sombart, een kopstuk in de toenmalige Duitse sociologie, over het verband tussen luxe en het ontstaan van het kapitalisme als economisch systeem (Luxus und Kapitalismus 1913). Hij onderzocht luxe omdat hij de moderne wereld en de massacultuur wilde begrijpen. Luxe en Verschwendung (verspilling) vormden volgens Sombart de drijfveer van de moderne economie. Luxe blijkt noodzakelijk voor de groei van ons economisch systeem. In het economische systeem dat wij kennen, zijn laafzucht en brasdwang noodzakelijk voor de vermeerdering van bestedingen en voor de werkgelegenheid. Is dat voldoende reden om deze moreel goed te keuren?

Sombart is in de vorige eeuw een van de eerste denkers die aandacht vraagt voor de prijs die betaald wordt voor de economische groei in een kapitalistisch systeem. Niet alleen door de arbeiders, maar ook door de natuur. Daarmee komt ook voor het eerst in beeld de bedreiging van de solidariteit met toekomstige generaties (lees: mijn dochter, haar klas- en leeftijdsgenootjes en al hun kinderen en kleinkinderen). Mijn eigen werkloosheid heeft me beter laten zien dat luxe in onze cultuur de meest voorkomende en meest vanzelfsprekende verleider is. Hij maakt duidelijk op welke maatschappelijke trede wij staan. Hij helpt solidariteit om zeep, want richt ons niet op de noden van onze fellow man en de natuur. Hij lijkt ons te helpen ontsnappen aan hen die ons dierbaar hadden kunnen zijn.

Luxe verleidt ons als een charmeur om ons te richten op een droomwereld en laat ons vergeten dat we ploeteren in een peloton. Waarschijnlijk is dat veel meer ons lot dan we onder ogen willen zien. En wanneer we in het peloton rijden, delen we dan ons water met hen die zich afbeulen om ons heen, of willen we het slechts verkopen in de kopgroep? Herinner de schoonheid van kevers.

Foto: Kever door Arthur (CC BY-NC-SA 2.0)

Tags: