- Tom de Haan
De rockopera Jesus Christ Superstar is voor mij geworden wat de Mattheus Passion voor mijn ouders is. Dit jaar moest ik tijdens een geweldige voorstelling van jonge muzikanten die als eerbetoon de rockmusical uitvoerden, voortdurend denken aan de Vluchtkerk, waarvan de uitgeprocedeerde asielzoekers elk moment op straat gezet konden worden.
Het was de scene tussen Jezus en Pilatus die mij buitengewoon raakte. Pilatus zingt op zachte en intieme toon tot Jezus: Where are you from Jesus? What do you want Jesus? Tell me. You’ve got to be careful. You could be dead soon. Could well be. Why do you not speak when I hold your life in my hands? How can you stay quiet? I don't believe you understand.
Deze scene is opeens intiem. Buiten het publieke debat, binnen de ontmoeting tussen bestuurder en verdachte. Een moment van ‘quality time’ tussen Jezus en Pilatus zeg maar. Pilatus probeert te zoeken naar een mogelijkheid om het lijden van Jezus te voorkomen, maar Jezus werkt niet mee. Zo is het in de Bijbel niet terug te vinden, maar de realiteit van deze scene raakte me des te meer.
Terwijl ik in het theater zat, herhaalde de scene tussen Pilatus en Jezus zich in het echt, in het gesprek tussen de uitgeprocedeerde asielzoekers van de Vluchtkerk en de gemeente van Amsterdam.
Burgemeester Van der Laan zoekt net als Pilatus naar een houding tegenover de asielzoekers van de Vluchtkerk. Ze zijn door het systeem waar hij als burgemeester gedeeltelijk verantwoordelijk voor is, al eerder netjes uitgespuugd: ze passen er niet in. Of ze zorgen in elke database voor een foutmelding. Er is geen oplossing voor ze. Maar nu zijn ze weer zichtbaar geworden, dankzij het collectief van de Vluchtkerk. Als burgemeester zoekt hij naar een oplossing en zegt ongeveer tegen de protestgroep: Laat de groep los, alleen dan kan ik je helpen. Wij kunnen als overheid niets doen als jullie een collectief blijven, maar misschien wél als je je als individu aanmeldt bij een loket.
Bestuurders zijn namelijk ook mensen. En net als mensen vinden ook bestuurders het vervelend als er mensen zichtbaar moeten lijden vanwege procedures waar de bestuurder verantwoordelijk voor is. Daarom roepen Pilatus en Van der Laan de protesteerders op om het spel volgens hún regels te spelen: Zorg dat je past in de bestaande structuren, anders kan ik je niet helpen. Zo is het nu eenmaal.
Maar net als Jezus Pilatus aanspreekt op de macht die hem gegeven is, zo maakt het collectief van de Vluchtkerk duidelijk dat er een gigantisch probleem is met mensen die hier niet mogen blijven, maar die ook niet terugkunnen: de ‘sans papiers’, de mensen die buiten de database vallen. Als individu zijn ze misschien nog wel ergens tussen te passen. Maar het probleem is nu juist, dat er een groep mensen is die in het systeem rechteloos blijven. Daarmee faalt het huidige systeem om voor iedereen gelijk te zijn. Je hebt alleen recht op menswaardige omstandigheden als je een geldig paspoort hebt. Alleen als je papieren in orde zijn, mag je je vrij bewegen in Europa.
Het collectief is voor de groep van de Vluchtkerk de enige mogelijkheid om dit probleem zichtbaar te blijven maken. Het appel van de overheid om het collectief los te laten en zich als individu aan te melden zou een verraad zijn aan dit protest waarmee ze hun hele bestaan op het spel zetten. Het is dezelfde illusie die Pilatus aan Jezus toont: Denk toch met mij mee als machthebber, waarom maak je het mij zo moeilijk?
Foto: Eberhard van der Laan - postercampagne 2010 door Partij van de Arbeid (CC BY-NC-SA 2.0)