- Willem Roskam
De toekomst van onze samenleving is verbonden met de kinderen die erin opgroeien. Eeuwenlang was het krijgen van kinderen de verzekering voor de oude dag. Nog altijd zijn oude mensen afhankelijk van de zorg van jonge mensen, misschien hun eigen kinderen. Kinderen zijn het symbool voor het leven dat verder gaat. We investeren daarom in onderwijs om zo de waarden van onze samenleving over te dragen, om jonge mensen klaar te stomen voor de arbeidsmarkt, om het voortbestaan van een samenleving te garanderen. Een lange periode van investeringen in zorg, ouderliefde, en onderwijs moet resulteren in jonge mensen die hun plaats in samenleving en economie weten te vervullen. Langzaam maar zeker worden verantwoordelijkheden overgedragen. Een nieuwe generatie neemt het over. De toekomst is veiliggesteld.
De afgelopen maanden leerde ik dat niet iedereen in deze toekomstverwachting mag delen. Ik werkte tijdelijk op de receptie van een instelling voor jeugdgezondheidszorg. Een mooie plek om een geplaagd deel van de samenleving beter te leren kennen. Ik zag er veel kinderen, sommigen nog heel jong, anderen al ruimschoots volwassen wat betreft hun leeftijd. Ik leerde collega’s kennen die zich met hart en ziel inzetten voor kinderen die al jong door het leven getekend zijn. Soms boeken ze vooruitgang, even zo vaak is het een kwestie van lange adem. Ik sprak ouders van deze kinderen, hoorde hoe ze het er moeilijk mee hadden om hun kind achter te laten. Ik hoorde wantrouwen in de complexiteit van de jeugdgezondheidszorg, frustratie bij collega’s en ouders over de vele (beleids)barrières. Ik leerde door deze maanden nog beter inzien dat de maatschappij selectief is in de verwachtingen die ze heeft van en voor kinderen. De slimme, creatieve, hardwerkende, gezonde en ‘normale’ kinderen, met stabiele thuissituaties, mogen meedoen. De kinderen in de jeugdgezondheidszorg, uit moeilijke thuissituaties, moeten veel meer hobbels nemen, wat betreft gedrag, intelligentie, discipline, en nog veel meer factoren. Deze kinderen hebben een label, vaak ook een maatschappelijk stigma: ze hebben problemen, ze zijn ‘anders’. En misschien wel het ergste: deze kinderen kosten meer dan ze gaan terug verdienen. En daarom moet er stevig op hen bezuinigd worden.
In het Latijn bestaan twee woorden voor toekomst. Het woord futurum verwijst naar een toekomst die uit het heden voortkomt: een lijn van vandaag naar morgen en verder. Zo denken we doorgaans over de toekomst, ook als het gaat om kinderen. Mijn korte tijd in de jeugdgezondheidszorg liet me daarbij inzien dat maatschappelijke toekomstidealen steeds economischer van aard zijn. De economische taal van het ‘investeren’ bepaalt van welke kinderen we onze toekomst verwachten. Kinderen waar je vandaag in investeert, betalen zich morgen terug. Liefst ook met zichtbare economische groei. Kinderen waar het rendement onzeker van is, kunnen in dit toekomstbeeld maar moeilijk meekomen.
Adventus, het andere woord, heeft een radicaal andere betekenis. Het verwijst naar een heden dat uit de toekomst voortkomt: een inbreuk van morgen op vandaag. Advent zet de zaken op hun kop. Deze toekomstverwachting gaat gepaard met een andere taal: die van de gift. Toekomst kun je jezelf niet verschaffen door te investeren, het moet je gegeven worden. Toekomst ontvang je in de gaven van zorg, vertrouwen, hoop, en ten diepste in de gave van liefde. In die gaven is een nieuwe kans van leven verborgen.
Welk woord je verkiest is niet zonder risico. Ik heb de afgelopen maanden gemerkt dat er een soms tamelijk heftig gevecht gaande is tussen het economische futurum en het advent van de gift. Futurum is al te vaak de taal van bezuinigingen, getallen, ontslagen. Het is een poging om de ongrijpbare toekomst te bedwingen met beleidsplannen en persoonlijke budgetten. Als de toekomst een economisch futurum is, zijn kinderen weinig meer dan getallen in abstracte bestuursvergaderingen. De taal van advent is zeldzamer, en ook veel kwetsbaarder. Ze wordt makkelijk verdrukt, zelfs kapot gemaakt waar de macht van het getal heerst. Toch is juist die toekomsttaal van de gave de weg naar het leven. Advent gebeurt waar zorgverleners dwars tegen bezuinigingen en getallenstrijd in met toewijding, vertrouwen, en liefde naar kwetsbare kinderen omzien. Als de toekomst in de taal van advent tot ons mag spreken, dan krijgen kinderen namen en een verhaal dat je lief krijgt. De taal van advent is wonderlijk. Wie voor een kind zorgt, er hoop voor heeft, er toekomst voor verwacht, die ziet het kind tot leven komen. Zelfs waar op het eerste gezicht nauwelijks een toekomstperspectief was, krijgt een kind door geduldige zorg het leven terug. Advent leert dat we voor onze toekomstverwachting ten diepste zijn aangewezen op de gave van de ander. Wie de taal van advent leert spreken, leert open te staan voor de gave van toekomst. Waar de gevende taal van advent mag klinken, daar kunnen kinderen zich ook werkelijk in de toe-komst van Kerstmis verheugen.
Foto: In hope door bass_nroll (CC BY-NC-ND 2.0)