Onze tijd is van God vergeven, maar weten theologen dat ook?

  • Stephan van Erp

De christelijke theologie in Nederland is de weg kwijt. Er gaapt een grote kloof tussen wetenschap en spiritualiteit, kerk en theologie staan op gespannen voet, studentenaantallen slinken en faculteiten sluiten. De theologen reageren als een kat in het nauw en proberen zich steeds opnieuw aan te passen aan de snel veranderende omgeving. Maar daarbij slaan ze telkens de verkeerde weg in…

Sommigen theologen denken de huidige situatie te kunnen overleven door zich zeer wetenschappelijk te gaan gedragen. Anderen spreken zozeer met de taal van de cultuur mee dat zij de eigenheid van de geloofstaal verdoezelen en hetzelfde doen wat andere wetenschappers beter doen. Weer anderen denken dat zij als heilige rest de ‘happy few’ zullen zijn en laten niet na hun eigen identiteit te benadrukken. Zo zijn theologen, om maar het keurmerk ‘wetenschappelijk’ of ‘bij de tijd’ of ‘kerkelijk’ te krijgen, gaandeweg vergeten dat het in de theologie om de juiste balans gaat: tussen Gods woord en mensentaal, tussen traditie en actualiteit, en tussen geloof en wetenschap.

In plaats van helemaal met de vigerende wetenschaps- of cultuuropvattingen mee te gaan of er juist tegen in te gaan, zou de theologie haar eigenheid moeten formuleren in het licht van het heden. Te midden van wetenschap en cultuur dient zij zich te concentreren op het gelovige leren, meelezen en meedenken met de primaire bronnen van de christelijke traditie. Die bronnen vormen geen vanzelfsprekende canon en geen gesloten of continue geschiedenis van gebeurtenissen, teksten of opvattingen. Ze zijn ook geen eigendom van een intellectuele of politieke elite. De bronnen van het christendom liggen niet vast en worden door niemand beheerd dan door de geloofsgemeenschap die zich blijft verzamelen rondom de teksten en praktijken in het licht van de belofte van een heilsvolle toekomst die van en in God is. Een theologie die de juiste balans zoekt, zoekt die in en onder begeleiding van de bronnen waarin Gods toekomst aanwezig komt.

Wat zijn de kenmerken van een dergelijke theologie? Allereerst is deze theologie gericht op het heden. Actuele theologie is een theologie die in de huidige situatie de godsvraag hoort: Hoe komt God aanwezig als het leven fragiel of bedreigd is? Wat betekent de belofte van een hoopvolle toekomst? Hoe komt het ik in sommige situaties iets ervaar als een mysterie? Waar vinden we vrede en verzoening?

Ten tweede is deze theologie gericht op herbronning: ze leest en leert met de bronnen van het christendom mee. Door te luisteren naar de diepgravende discussies en oude verhalen begrijpen we onze eigen vragen anders, zien we beter. Herbronning is geen pleidooi voor het verleden. Herbronning is een oproep om de gestelde godsvragen van anderen uit het verleden steeds opnieuw te verbinden met die van het heden. Theologie is, net als de geloofservaring zelf, in deze diepe zin historisch: het ervaren en begrijpen van Gods woord in de geschiedenis waar wij onlosmakelijk deel van uitmaken.

Ten slotte komt deze theologie voort uit levend geloof. De academische theologie zou zich opnieuw moeten verbinden met een dynamische christelijke geloofstraditie. Daarin kan de theologie ook een voortrekkersrol spelen. Theologiestudenten moeten weer leren dat zij deel mogen uitmaken van een rijke geloofstraditie. Zelfs in haar concrete en in de tijd gestolde belijdenissen kan die traditie gelezen worden als het resultaat van een interpreterend en zelfkritisch vertrouwen in de toekomst van Gods heil. De academische theologie nodigt haar studenten uit tot dat engagement.

Theologie verbinden met Gods geschiedenis en het niet aflatende geloof erin is leren dat het antwoord op godsvragen niet in kannen en kruiken zit, maar steeds opnieuw, ‘als nieuw’ wordt aangeboden uit de overvloed die Gods heil is. Onze tijd is van God vergeven. Het is hoog tijd dat theologen daar weer werk van maken.

Foto: 'Herbronning' door Maarten Boersema

Tags: