Nooit genoeg geboorte

  • Erik Borgman

1. Het was het bekende liedje dat uit de luidsprekers van het chique warenhuis in Barcelona klonk:

“And man will live for evermore
because of Christmas Day.”

Ik hoorde het deze keer echter niet als irritante commercialisering van wat ooit doorleefde overtuiging was. Ik hoorde het als een goddelijke list. Ook in Barcelona zouden de meesten hun schouders wel ophalen bij de vraag of dankzij Jezus’ geboorte de mens bekleed was met Gods eeuwig leven. Maar de boodschap klonk wel de hele dag in hun oren – zo groot is de variatie aan kerstliedjes niet – en sommigen neurieden het onbewust mee. Thomas van Aquino zag de verspreiding van het christendom onder alle lagen van de wereldbevolking als een vervulling van Jesaja’s profetie dat de kennis van God de hele aarde zal vervullen (Jesaja 11:9). Waarschijnlijk hoort God zelfs in de kitsch die mij mateloos kan irriteren nog het “Ere zij aan God in de hoge” van de engelen (Lucas 2:14).

Sentimentele muziek ergert mij, ik kan er niets aan doen. Maar ik ben een liefhebber van pretentieloze religieuze gebruikskunst – of kitsch, zo je wilt. Zulke kunst trekt geen aandacht naar zichzelf en getuigt niet van de originaliteit van de kunstenaar. Crucifixen, Mariabeelden, prentjes van Christus als Goddelijke Barmhartigheid, Jezuskindjes en rozenkransen van dertien in een dozijn: ze vermengen zich intiem met het dagelijks leven van velen. Waar avant-gardekunstenaars van droomden, lukt makers van religieus gebruiksgoed moeiteloos: hun producten worden naadloos onderdeel van het gewone leven.

2. In The Natural History of Religion (1757) schrijft de filosoof David Hume:

“I believe, indeed, that there is no tenet in all paganism, which would give so fair a scope to ridicule as this of the real presence.

Hume neemt hier het geloof in Christus’ werkelijke tegenwoordigheid in de eucharistie op de korrel, maar hij expliciteert in feite een centraal uitgangspunt van het moderne denken: nergens raakt het goddelijke ons aan en nergens kunnen wij God aanraken. Dan is God hooguit onder ons aanwezig als een verlangen, een vermoeden of een heimwee, maar kan van geen tijd of plaats gezegd worden: “Hier woont God onder de mensen” (Openbaring 21:3). Toch zegt het christendom op kerstmis juist dat over Jezus: “Hier en heden woont God onder de mensen.”

Ik was in Barcelona omdat mijn oudste dochter haar stage in de biologie daar afsloot met de verdediging van haar Master thesis. Tijdens het feestje na afloop sprak ik verschillende van haar vrienden – biologische of natuurkundige onderzoekers – die wisten dat ik theoloog was. Ze vroegen of ik meende dat religie nog nodig was. Op hun manier deden ze wat ik de stad zag doen: de heersende culturele logica was hun uitgangspunt en daarbinnen wezen ze de religieuze uitdrukkingsvormen hun plaats. Religie kan je troosten als een geliefde sterft, het geeft je een moreel kompas, helpt je in contact te blijven met je innerlijk.

Ik probeerde ze uit te leggen dat dit de verkeerde benadering is. Alles wat je aan parafernalia van de religieuze verbeelding tegenkomt, getuigt ervan dat de logica die onze cultuur heeft geconstrueerd, gedragen wordt door een andere logica. Wetenschap, seculiere moraal of een cursus mindfulness vervangen geloof, toewijding en gebed niet. De eerste bewaren iets van wat in de volle zin in de tweede te vinden is en daar leven ze van: wetenschap leeft van de verbondenheid met de rest van de werkelijkheid, moraal grondt in een fundamenteel gecommitteerd zijn en bewustzijnstraining is een echo van het gebed. De seculiere wereld is niet van God los. Ze kan dat alleen maar denken, omdat ze religieuze inzichten naturaliseert. Zelfs de melancholieke ervaring niet langer in God te kunnen geloven, wordt gedragen door Gods presentie, die zich in deze ervaring op verborgen wijze onthult.

3. Soms dient zich nieuwe en overvloedige betekenis aan die alles in een ander licht zet dan gebruikelijk in het moderne beheersingsdenken. In dit denkraam is de mens de bron en de beheerder van alle betekenis. Religie getuigt ervan dat dit doorbroken wordt doordat er wordt gesproken, zich betrokkenheid toont, werkelijke tegenwoordigheid wordt geopenbaard. Om van zo’n geboorte te getuigen zijn er nooit genoeg kerststallen, liedjes of dennenbomen.

De excessieve overmaat aan religieuze beelden komt uiteindelijk niet voort uit een poging de leegte te verhullen, zoals vaak wordt gedacht. Hij getuigt veeleer van het tekortschieten van zelfs de grootste overvloed aan beelden om afdoende van Gods realis presentia te getuigen.

Foto: Kruisjes te koop door Maarten Boersema

Tags: