Herdenking Auschwitz vraagt om herwaardering intieme journalistiek

  • Liesbeth Hoeven

“Vandaag herdenken we de bevrijding van Auschwitz. Zeventig jaar geleden. Daar is toen een foto gemaakt, die op je netvlies gebrand blijft staan. Een zwart-wit foto. Van bevrijde kinderen. In veel te ruime kampkleding.” Vice-minister-president Lodewijk Asscher vertelt de aanwezigen bij de Nationale Holocaust Herdenking in Amsterdam (25 januari 2015) het verhaal van de negenjarige Eva Mozes die op de foto te zien is. Haar haren waren geknipt en ze had een nummer gekregen. Samen met haar zusje belandde Eva in handen van dr. Josef Mengele, die medische experimenten uitvoerde op tweelingen. Asscher: “Hoe moet dat kleine meisje zich hebben gevoeld? Hoe moeten haar ouders zich hebben gevoeld? (…) Je hoeft alleen maar aan dat kleine meisje te denken om in je hele lijf te voelen: dat nooit weer.”

In de jaren tachtig heeft de herinnering aan Auschwitz zich ontwikkeld tot een abstract symbool van het kwaad met een omvang die ons voorstellingsvermogen te boven gaat, juist omdat zij kenbaar is: een industrieel georganiseerde, miljoenvoudige volkerenmoord in speciaal daarvoor ontworpen kampen met gaskamers en crematoria. Deze doelgerichte zuivering van ‘volksvreemde elementen’, waarvoor een enorme logistieke operatie nodig was, herinnert ons aan de mogelijkheid dat een humane cultuur in haar tegendeel kan omslaan. Dit idee is angstaanjagend en voedt onze afweer: ‘dat nooit meer’.

Binnen dit grote verhaal zijn we overtuigd van het belang om de persoonlijke verhalen van oorlogsslachtoffers publiek te maken. Deze verhalen blijken steeds weer een goede ingang om kennis, bewustwording en compassie op te roepen bij mensen voor wie de oorlog een ver verwijderd verleden is. Met het ‘klein’ maken en dichtbij halen van verhalen dreigen we ondanks het verlangen te herinneren echter ook iets te vergeten. Door de pluraliteit aan verhalen, die hun betekenis in eerste instantie aan zichzelf ontlenen, lijken we uit het oog te verliezen wat deze verhalen onderling verbindt. Wat is hun gemeenschappelijke betekenis?

Aandacht voor de persoonlijke leefwereld van mensen heeft een maatschappelijk belang. ‘Intieme journalistiek’, zo noemt Walt Harrington, voormalig stafmedewerker van het Washington Post Magazine, deze vorm van verslaglegging die zich richt op “de verhalen uit het alledaagse leven – over de gedragingen, motieven, gevoelens, geloofsovertuigingen, houdingen, grieven, hoop, vrees en prestaties van mensen, terwijl zij zoeken naar zin en een doel in hun leven, verhalen die vensters vormen op onze universele menselijke worsteling (...).”

Een foto van een anoniem groepje kinderen verandert binnen de intieme journalistiek in identificeerbare individuen die, door datgene wat er in de wereld om hen heen gebeurt, geraakt worden in hun ultieme wezen. Mensen met een naam, soms ook met een gezicht en een verhaal. Mensen als Eva Mozes. Zij vertelt na de oorlog over haar ervaringen in het kamp: de medische experimenten, de soldaten van het Rode Leger die het kamp bevrijdden, koekjes en chocola uitdeelden, en de kinderen omhelsden. Asscher: “Dat was de menselijke warmte waar ze naar gehunkerd had sinds ze bij haar ouders was weggerukt. Zonder de kans om afscheid te nemen. Zonder die kus, die knuffel die ze de rest van haar leven zo vreselijk zou missen.”

Volgens Irene Costera Meijer is met de publieke verslaglegging van de binnenwereld van mensen een democratisch belang gemoeid: de verhalen die de intieme journalistiek verzamelt, voeden de voorstelling van een democratisch werkende gemeenschap en tonen de alledaagse maar wezenlijke keuzes die hiermee samengaan, ongeacht of het om een persoonlijk of maatschappelijk vraagstuk gaat. En, zo laat Asscher in zijn herdenkingstoespraak zien, ongeacht of het om een situatie gaat waarin dit democratische burgerschap wordt gestimuleerd, ontmoedigd of ontnomen. In de kleine verhalen van ooggetuigen komt naar voren dat zelfs op plaatsen waar democratische normen en procedures tot een minimum zijn teruggebracht – het concentratie- en vernietigingskamp – er een manier van samenleven kan ontstaan die weerstand biedt aan een dominant en onderdrukkend machtssysteem. De intieme journalistiek maakt via verhalen en tegenstemmen zichtbaar hoe deze vorm van verzet gestalte krijgt.

De Auschwitzherdenking deze week, zeventig jaar na de bevrijding van het kamp, vraagt om een herwaardering van de intieme journalistiek. Kranten, radio en tv maken de persoonlijke verhalen van oorlogsslachtoffers publiek. Het vertellen van deze verhalen heeft echter een maatschappelijk belang, dat in de huidige verslaggeving dikwijls buiten beeld blijft. De vele kleine getuigenissen verheffen het pluralisme tot ideaal binnen een heterogeen wereldbeeld. Een wereldbeeld dat voor eens en altijd zal breken met de homogene gemeenschap die de nazi’s voor ogen hadden en die ze via geweld en moord probeerden te realiseren. Als het aan de nazi’s had gelegen, waren de stemmen die essentieel bevonden werden voor de Europese diversiteit geheel vernietigd. Een samenleving die de erkenning van uiteenlopende groeperingen verder wil brengen dient haar toekomst – juist in een tijd waarin antisemitisme en discriminatie opnieuw de kop opsteken – vorm te geven in het verzet tegen één dominant verhaal. Dat betekent dat we ook het grote ‘Nooit meer Auschwitz’ verhaal kritisch moeten blijven bevragen.

Foto: Birkenau - Concentration Camp door Catherine Bulinski (CC BY-ND 2.0)

Tags: