God als ongenode gast op het Boekenbal

  • Evert Jan de Wijer

In mijn boek (zie het kader rechtsboven, red.) loodste ik God het boekenbal binnen. Maar het is natuurlijk geen onterechte vraag wat God eigenlijk op het Boekenbal te zoeken heeft. Is het Boekenbal niet een vergelijkbaar toevluchtsoord voor die kleine rest atheïsten in Nederland als het Mediapark in Hilversum, zoals de schrijver Kluun het ergens provocatief en ter zake stelt? Had ik dan tenminste niet een verbond aan kunnen gaan met die literatoren die het geloof nog ter wille zijn, of bij wie geloofsthema’s met handen te tasten zijn, zoals ooit Simon Vestdijk en vandaag bijvoorbeeld Jan Siebelink, Franca Treur of erkende bekeerde schrijvers als Willem Jan Otten en Désanne van Brederode? Of, als ik dat niet spannend genoeg had gevonden – wat waar is – , had ik dan tenminste mijn licht niet kunnen opsteken bij goede literatuur? Wat doen Herman Koch en Vijftig Tinten Grijs in mijn boek? Hadden bijvoorbeeld schrijvers als Philip Roth, John Updike, Meïr Shalev en J.M. Coetzee niet meer voor de hand gelegen? Dat spul kortom, waaraan keurige predikanten zich geen buil vallen en dat het ook nog eens goed doet in kerkelijke leesclubjes? Ik heb dat niet gewild en ik had daar allerlei goede redenen voor. Er is uiteindelijk niets van in het boek terecht gekomen maar ter voorbereiding had ik uitgebreid Roland Barthes hernomen die in zijn Mythologieën bij uitstek in de ‘lage’, populaire cultuur van zijn dagen, in de reclame en de film, de ‘systematiseringen en de sublimatie van het verlangen van het volk’ waarnam – jaja, dames en heren, dat waren de dagen van Nietzsche, Freud en Marx. Ach, ik kan nog wel meer sjieks roepen. Maar zou het ook niet eens kunnen zijn dat deze dorpsdominee, na een jaar of negentien in het vak en in de vrees dat zijn gezicht ernaar is gaan staan, niet zozeer naar het Evangelie – was dat maar waar – maar nog veel meer naar het Instituut, dat deze dominee eenvoudigweg gewoon weer eens buiten wilde spelen? Het helpt niet echt als ik in mijn voorwoord het verlangen verwoord naar theologen als Buskes die onbekommerd meededen in het grensverkeer tussen kerk en samenleving. Die tijden zijn voorgoed voorbij, zoals het rekengilde der kerksociologen niet ophoudt te beweren. Inderdaad hebben Pauw en Witteman of De Wereld Draait Door nog niet gebeld. Misschien moet ik mijn kinderen gaan slaan of ontkennen dat God bestaat. Dat schijnt te helpen.

De pretentie van mijn boek is nu juist om me niet al te veel aan te trekken van de feiten. Want waarom zou God niet op het Boekenbal te vinden zijn? Omdat daar overwegend atheïsten dansen en er met de decorstukken vandoor gaan? Als ik in deze essays iets heb geprobeerd, is het wel om ruim aan allerlei tegenstellingen voorbij te gaan. Bijvoorbeeld die tussen kerkelijkheid en onkerkelijkheid of gelovig en ongelovig. Bijbelse verhalen cirkelen rondom het geheim van de humaniteit en spelen zich in precies dezelfde werkelijkheid af als die opgeroepen wordt in bestsellers. Bestsellers kregen daarbij de voorrang omdat – naar een woord waarmee ik achteraf begrepen heb ook de muziek van Elvis Presley aan de man gebracht werd – ‘fifteen million people can’t be wrong’. In bestsellers leest de mens zijn bestaan bij elkaar. De vragen die daar gesteld worden zijn brandende vragen met een hoge urgentie. Is de mens een speelbal van zijn driften? Hoe gaat dat, rouw zonder enige vorm van troost? Nu God er niet meer is, kan dan tenminste de Natuur die eer niet krijgen? Tegenover datzelfde soort van vragen zijn de bijbelse verhalen ontstaan. Als zodanig zijn die vragen dus pre-kerkelijk van aard. Natuurlijk zijn daar, in alle voorlopigheid, antwoorden gezien. Ze vormen glimpen van een voorbeeldige humaniteit en zijn als zodanig ook bron van tegenspraak. Zelfs of misschien wel bij uitstek daar waar de literatoren antropologisch gelijk hebben. Maar die tegenspraak voltrekt zich wel in volkomen solidariteit met de werkelijkheid die in de bestsellers opgeroepen wordt en die niet te vergeten, eerst en vooral de mijne is.

Foto: Boek tunnel door Petr Kratochvil (CC0 1.0).

Tags: