Ben ik een religieuze imperialist?

  • Janneke Stegeman

‘Je bent dus eigenlijk heel romantisch’, zeiden mijn medeborrelaars, toen ik antwoord had gegeven op hun vraag wat dat religieuze van mij nu eigenlijk inhoudt. Ik had het er in mijn antwoord niet te dik bovenop gelegd – want er is in mijn beleving weinig wat mij onderscheidt van de seculiere medemens. Ook niet te dun – ik ervaar mezelf oprecht als heel gelovig. Blijkbaar kwam het niet over.

Vandaag heb ik tijd nog eens bij stil te staan bij de aard van mijn religiositeit. Ieder moment kan een zuster of broeder binnenkomen die me meevoert naar de OK. Ieder moment kan het ook niet, want ik sta op de spoedlijst, en echte spoed gaat voor mijn semi-spoed. Zojuist viel me in dat het vandaag vrijdag 3 mei is, Goede Vrijdag volgens de Orthodoxe kerkelijke kalender. Dat is de dag van het meest ontroerende lied dat ik ken: wahabibi, mijn geliefde. Moeder Maryam zingt tot haar zoon Issa die tot haar verbijstering aan een kruis hangt. Het lied brengt me terug naar die mysterieuze, dubbelzinnige, nare stad, Jeruzalem, waar ik paar jaar geleden woonde. Het was in die stad dat ik langs een hegje liep en opeens over mezelf dacht: ‘Ik ben een religieus mens.’ Pats. Een bevrijdende ontdekking.

Lezer, jij bent in dit stuk lieve lezer, omdat het gaat over mijn intiemste delen, mijn ziel en mijn vagina. Er zit een kliertje verstopt. Volkomen willekeurig heeft het lot dit op mij afgeschoten, verzekert de gynaecoloog mij, buiten schuld of gebrekkige hygiëne of al te uitbundige bedscènes om. ‘Helemaal niet ongebruikelijk ook’, voegt hij toe. Evengoed hoor je er nooit iemand over, maar kom, laat ik ook eens een taboe doorbreken.

Nuchter moest ik me melden, in verband met de narcose. Hoewel ik niet overdreven bang ben voor pijn, neig ik tot flauwvallen zodra bloed en aderen in het spel komen. Ik heb de gynaecoloog voorgesteld deze operatie met lokale verdoving te doen, maar hij wilde er niet van weten. Dus een infuus, narcose. Een slaap waaruit ik niet uit eigen beweging wakker kan worden, terwijl onbekende handen mijn intieme delen beroeren. Mijn God. Het kan wel zijn dat de anesthesiste (van ongeveer 18) opgewekt zei: ‘Zo hebben we ze graag: kort ingreepje, gezonde patiënt’, het is evengoed doodsangst die mij parten speelt. Ik lig hier op de Goede dag, vastend en angstig.

Dat de Kleine Dood van narcose me op Goede Vrijdag toevalt, maakt dat het ingreepje zich transformeert van een danig onwelkome inbreuk op het proefschriftschrijven tot een ervaring. Het helpt me zelfs om de vrouw naast me, die ik in eerste instantie zag als concurrent in de strijd om een spoedplek, als mede-lijdster zie. Als we allebei weer terug zijn, blijkt dat we beiden tranen met tuiten hebben gehuild in de uitslaapkamer, zonder dat we precies wisten waarom. Beverig stamelde ik tegen de bezorgde zuster: ‘Het is niets… Ik ben zo opgelucht.’ Maar dat was nauwelijks het hele verhaal. Ik voelde me zowel aangetast als geheeld: ik was er een tijdje niet en nu weer wel. In de vis, door de Schelfzee - dat werk.

Is dat Schwärmerei, vals sentiment? Misschien ben ik een religieuze imperialist die veel te grote delen van de werkelijkheid opeist, tot de OK aan toe. Wat zeg ik, laatst in de Arena voelde ik een warmte die heel dicht bij de meest verheven zondagmorgense kerkbankontroering kwam, nota bene omdat de F-side zo geestdriftig zong.

Het religieuze in mij wordt geraakt als ik niet aan de dingen voorbij leef. Niet aan verdriet, niet aan blijdschap, woede, schoonheid. Het is niet dat narcose boventijdelijke, mythische dimensies krijgt, maar wel dat ik chocola kan maken van de ontroering en ontreddering die het teweeg brengt. En dan komen we bij de grote thema’s van leven, dood, schuld en schaamte.

Bij de Jeruzalemse heg voelde ik me van nature religieus – neen, ik ben geen Barthiaan. Evengoed nog wel geneigd tot allerlei kwaad – ik maak me weinig illusies – maar tot mijn core business hoort dat ik me o zo hartstochtelijk bezighoud met het diepere in het alledaagse. Of ben ik dan gewoon een hopeloze romanticus in een ziekenhuisbed?

Foto: Ziekenhuis via BW14 (CC BY-NC-ND 2.0)

Tags: